Login

banner

 

Maandelijks verschijnt in ons kerkblad 2Klank de meditatieve rubriek Pastorale Klank, veelal geschreven door onze eigen predikant ds. Jan-Hendrik Kip, soms ook door anderen. De mees recente klanken vindt u hier.

OVERBELICHT

Foto’s maken we allemaal. De vacantie is een periode om veel foto’s te maken. Je wil graag vastleggen waar je allemaal geweest bent. Om aan anderen te laten zien, maar ook om zelf als herinnering te behouden. Vroeger, ging fotograferen met een camera met een rolletje er in. Dat moest dan naar de fotograaf gebracht worden, die het ontwikkelde en afdrukte. Dat kostte een paar dagen, of zelfs nog wel langer. Tegenwoordig gaat alles digitaal. Niet meer met een camera, maar met de smart phone. Zodra je een foto hebt gemaakt, kan je die al doorsturen naar heel veel mensen. Veel foto’s blijven ook digitaal, en worden nooit afgedrukt. Foto’s bekijken, om herinneringen op te halen gaat via de tablet, of de smart phone. Maar of je nu digitaal foto’s maakt of op een andere manier, je moet altijd letten op de belichting. Als je een foto maakt, moet je goed kijken van welke kant het licht komt. Tegen de zon in fotograferen, dat lukt niet. Met de zon in de rug, met het licht in de rug. Het licht moet schijnen op datgene of diegene waar je een foto van maakt. Dan lukt het het beste. Een foto met het licht mee, dan maak je een foto dat datgene waar het licht op schijnt, en niet van het licht zelf. Het licht zelf fotograferen dat lukt niet, dat wordt overbelicht. De zon zelf kunnen we niet fotograferen, datgene waar de zon op schijnt wel.

Schuilen

Deze zomer was er een van extreme weersomstandigheden, het zal u niet zijn ontgaan. De veranderingen in het klimaat liegen er niet om. Onze aarde is ziek en ze heeft hoge koorts, haar organisme komt in verzet tegen de bedreigingen die wij mensen haar aandoen met de manier waarop we zijn gaan leven. Overstromingen op verschillende plaatsen in Europa waar je dat niet verwacht, op andere plaatsen dan weer bosbranden die enorme gebieden in de as hebben gelegd. Met als gevolg vakantiegangers die hals over kop naar huis vertrokken of, omdat dat al niet meer op eigen kracht kon, moesten worden opgehaald. En ongekende hitte. Met name in de landen rond de Middellandse Zee, maar in het begin van de zomer ook hier bij ons. In die mate zijn we niet gewend om te zien dat het een levensbehoefte wordt om de kracht van de zon uit de weg te gaan; voor gewoon zoeken we die liever op. Ik zag beelden in de media die duidelijk maakten dat de primaire behoefte van veel mensen niet meer vakantiegenot was, maar een plek waar het uit te houden was.

Weggaan

In de vakantietijd heeft schrijven over weggaan natuurlijk iets van open deuren intrappen. In de zomer gaan we weg, we zoeken de afstand van het dagelijks leven; we willen ontspanning, we willen iets anders zien, en we willen onze geest leegmaken; sommigen zoeken de uitdaging. We merken dat ook al een paar weken in de kerkdiensten op zondag: mensen die er eigenlijk altijd zijn, zijn er ineens niet. Soms weet iemand waar ze zijn en wanneer ze terug zullen zijn. Want ze worden even gemist, maar ze komen wel weer terug. Het weggaan met vakantie is tijdelijk.

THOMAS

Eerst zien en dan geloven. Vaak wordt dat gezegd. Iemand doet je een belofte. Ik kom nog op bezoek, ik zal nog een keer boodschappen voor je doen. Of je bent bij de dokter. Die schrijft een medicijn voor met de belofte, als u dit gebruikt dan wordt u beter. Ook de politiek doet vaak een allerlei beloftes. Kunnen ze die waarmaken? Een belofte doen, dat gaat vaak vrij vlot, maar die belofte ook echt laten gebeuren? Heel vaak komt het voor, dat dat niet gebeurt. Vandaar dat er vaak gezegd wordt “eerst zien en dan geloven”.

In de bijbel (Johannes 20:24 ev) vinden we de figuur van Thomas. Na de opstanding was Jezus aan zijn leerlingen verschenen, maar Thomas was er niet bij. Toen ze het aan hem vertelden zei Thomas “eerst zien en dan geloven”. Thomas heeft een punt. Opstaan uit de doden? Dat kan toch helemaal niet. Dat is nog nooit vertoond. Bestaat dat werkelijk? Hoe kan je daar nu in geloven? Het is belangrijk dat deze stem óók klinkt. In de kerk vieren we vol overgave het feest van Pasen. Hooggestemd zingen we lofliederen. Maar in de tijd na Pasen, klinkt ook die andere stem. Hoe kan dat nou, opstaan uit de dood? Hoe kan je daar nu in geloven? In de bijbel gaat het niet alleen maar over mensen met een rotsvast geloof, maar ook over mensen die twijfelen en aarzelen, en die niet precies weten wat ze nu moeten geloven. Het is goed dat die verhalen er ook zijn, want het is voor ons allemaal heel herkenbaar. We hebben allemaal onze momenten van aarzeling en twijfeling. We weten nu eenmaal niet overal een antwoord op, en valt ook niet mee in iets te geloven, dat nog nooit eerder gebeurd is. Gezonde twijfel, vragen stellen die er toe doen, dat is belangrijk en zinvol, en vinden we terug in de bijbel. Maar het lijkt wel dat in de tijd waar in we leven, gezonde twijfel en vragen stellen, helemaal doorgeschoten zijn. In onze tijd is er veel wantrouwen. Mensen wantrouwen de medische stand. In de tijd van corona kwam dat heel duidelijk naar voren, met de vaccinaties. Mensen wantrouwen de politiek. Ze vinden het allemaal leugenaars en zakkenvullers. Mensen wantrouwen de media, daar kan toch niks van kloppen. Wantrouwen vinden we overal. Wat doet dat met een mens? Als je uitgangspunt bij alles wantrouwen is? Als je overal bij zegt, dat moet ik eerst nog zien, eerst zien en dan geloven? Dan krijg je bange en boze mensen, die overal verontwaardigd over zijn. Die alleen willen omgaan met mensen die hetzelfde denken als zij, en niets meer van een ander willen aannemen. Kunnen die mensen nog wel ergens dankbaar voor zijn? Kunnen die mensen nog wel zien, dat er in onze maatschappij heel veel goede en mooie dingen zijn?

Toen Jezus een andere keer verscheen, was Thomas er wel bij. Jezus zei tegen hem: “leg je vingers maar in mijn littekens”. Thomas deed het en hij geloofde. Maar Jezus zei “zalig zij die niet zien en toch geloven”. Want als je gelooft, als je vertrouwen hebt, dan wordt het leven zoveel aangenamer. Heb nou eens vertrouwen in die dokter, ga er van uit, dat die het beste met je voor heeft. Heb vertrouwen, in die leerkracht, die heeft er voor doorgeleerd, met jongeren om te gaan. Heb vertrouwen in die buurvrouw, die heeft beloofd boodschappen te doen. Of dat vertrouwen beschaamd wordt, of dat dat vertrouwen terecht is, dat moet inderdaad nog blijken. Maar als het je uitgangspunt is, dan wordt het leven zoveel aangenamer, en meer ontspannen. Als je bij alles wat er gebeurt, eerst zegt, nou dat moet ik nog zien, dan heb je een zwaar leven. Maar als je begint met vertrouwen, dan wordt het leven zoveel plezieriger. Dat is wat het verhaal van Thomas ons duidelijk maakt. Vragen stellen mag, maar vertrouwen, geeft een nieuwe toekomst.

Mirjam van Nie

Gastvrij

Het is opvallend hoe vaak er in de Bijbel sprake is van een tafel of een maaltijd. Even denken: de profeet Jesaja ziet in een visioen een feestmaaltijd-van-god-zelf op een berg, Jezus vertelt de gelijkenis van het feestmaal waar niemand wilde komen, en ook de gelijkenis over het kiezen van de plaatsen aan tafel; de gelijkenis van de verloren zoon draait ook op een feestmaaltijd uit. Jezus nodigt zichzelf uit als gast in het huis van Zacheüs, hij verschijnt aan de Emmaüsgangers heel eventjes aan hun tafel, en bij andere leerlingen bij een vismaaltijd op de oever van het meer. Jezus viert de laatste maaltijd van zijn leven (het avondmaal) terwijl hij met zijn leerlingen bijeen is voor een pesach-maaltijd, en in de door velen geliefde psalm 23 (de Heer is mijn herder) wordt je aan tafel genodigd voor het oog van de vijand. Dit schiet me allemaal spontaan te binnen; als ik ga zoeken vind ik nog veel meer.

Nu we de huiskamergesprekken hadden rond het thema "aan tafel" viel het me weer eens op. Kennelijk is de tafel een betekenisdrager, waar de dingen die de Bijbel ons mensen wil vertellen, aan kunnen worden vastgemaakt. Niet voor niets koos Jezus een maaltijd waarmee zijn volgelingen hem zouden blijven gedenken. Je kunt je bijna afvragen waarom we in de kerkdienst wel op stoelen maar niet aan tafels zitten. Want het is heel wat dat je aan tafel deelt: eten, drinken, ruimte, woorden, tijd, aandacht. Ja, er is natuurlijk de liturgietafel, die de aanwezigheid van de tafel in iedere kerkdienst symboliseert. En bij het koffiedrinken na de dienst zitten de meesten ook aan tafels, en daar vindt inderdaad ontmoeting plaats. En we zitten natuurlijk heel veel aan tafels bij vergaderingen, maar dat is, denk ik, toch meer vanuit praktisch oogpunt. Of om te voorkomen dat vergaderingen te snel afgelopen zijn, heb ik me laten vertellen ;-).

Eind van deze maand is het Pinksteren. Het feest van enthousiasme en van het overwinnen van grenzen. Onder invloed van Pinksteren verandert het thema van de tafel richting gastvrijheid. Bij de huiskamergesprekken waren we min of meer "onder ons", we werden wel van hogerhand bij elkaar gehusseld tot een groep, maar: we kenden elkaar. De geest van Pinksteren daagt ons uit om geen genoegen te nemen met "ons kent ons". De luiken open, en ruimte vrijmaken aan tafel! Het lijkt me belangrijk om met de blik naar buiten de gesprekken af te sluiten, welke vorm dat ook in de praktijk zou kunnen krijgen.

Natuurlijk heeft het altijd iets ongemakkelijks als je een onbekende naast je hebt. Je kent elkaar niet, en je vraagt je van alles af: hoe is hij, wat gaat zij zeggen, hoe gedraagt hij zich, wat heeft zij meegemaakt? De geest van Pinksteren kan ons moed geven om te vertrouwen. Te vertrouwen dat in die ander altijd iets van God meekomt. Te vertrouwen dat door die ander de (tafel-)gemeenschap niet bedreigd maar verrijkt zal worden. De Benedictijnen zeggen: wees altijd gastvrij, want je weet nooit wie de ander is. Het zou de Heer zelf kunnen zijn...

Jan-Hendrik Kip

Pastorale Klank ‘Paasfeest 9 april 2023’

Paasevangelie Johannes 20, 1-10

‘De Heere is waarlijk opgestaan. Hij leeft: het leven en de vrede zullen het winnen

Drie dagen na de begrafenis van Jezus gaan een paar vrouwen naar zijn graf. De vrouwen die het graf bezoeken zijn Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Maria Salomé en nog enkele andere vrouwen die hen vergezellen (vgl. Johannes 19:25; Marcus 15:40). Ze nemen geurige olie mee om Jezus te balsemen. Als de vrouwen bij het graf komen is deze tot hun grote verbazing geopend en leeg. Ze zien dat de steen van de opening van het graf is weggehaald (vgl. Johannes 20:1). En de vrouwen zien twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeinde en een bij het voeteneinde. Ze vragen: ‘Waarom huil je?’ Jezus is hier niet meer is. Jezus is opgestaan.

De vrouwen zijn bevangen door angst en schrik. Hun dromen zijn in elkaar gestort. De hevige schrik zal hier wel een mengeling zijn van boosheid en verdriet. ‘Wat is hier gebeurt?’ De vrouwen buigen over het lege graf heen en huilen. De tuinman herkennen ze aanvankelijk niet als Jezus. Er is niet gelijk een reactie van herkenning. Maar dan wordt Jezus Christus herkend als ‘hun Rabboeni! Meester! De vrouwen besluiten om terug te gaan naar Jeruzalem waar de leerlingen van Jezus verblijven. Ze vertellen de leerlingen wat er is gebeurd en wat ze allemaal hebben gezien. En de vrouwen vertellen over de ontmoeting met hun gestane Heere en Heiland.

Het is Goede Vrijdag geweest. Jezus Christus heeft op Goede Vrijdag het oordeel van God over de zonden gedragen. De Heere Jezus sterft aan het kruis. ‘Het is volbracht. Jezus buigt zijn hoofd en geeft de geest’ (vgl. Johannes 20:30). Een Romeinse centurio die onder het kruis van Golgotha staat belijdt: ‘Werkelijk, deze mens is Gods Zoon’ (vgl. Marcus 15:39).

Jezus, de onschuldige sterft. Jezus draagt ons lijden, onze noden, onze angsten, rouw en verdriet in al onze aardse gebrokenheid. In Jezus zien we dat doodgaan voortaan niet meer het einde van het leven is. Christenen geloven in een eeuwig, gelukkig bestaan na de dood. Er is dan geen pijn of verdriet meer.

Op Paaszondag, vieren we het leven. Jezus is opgewekt uit de dood. De opstanding van Jezus is een heilsfeit! Jezus, hoe ongelooflijk ook, staat op uit het graf. Niet de pijn, niet het lijden, niet de nood, maar het leven overwint. En als Jezus Messias op Paasavond zijn leerlingen bezoekt, zegt Hij: ‘Vrede zij met jullie’ (vgl. Johannes 20:19).

Pasen is ook het feest van een nieuw begin. Het is geen toeval dat het in de lente wordt gevierd. In de lente komt de natuur weer tot leven. En het is ook de tijd van Pèsach, het joodse feest om de vlucht van het joodse volk uit Egypte te vieren. Het hele verhaal rond de dood van Jezus speelt in deze tijd (vgl. Mattheüs 28; Markus 16; Lukas 24; Johannes 20).

De term Pasen heeft zijn oorsprong in het joodse Pèsach. De opstanding van Jezus vindt namelijk plaats tijdens Pèsach, de joodse viering van de uittocht (exodus; bevrijding) uit Egypte. Pasen is het feest van de bevrijding uit de zonde. Het feest vrede, van nieuw leven, van opstanding, van verwachting van een nieuwe toekomst. In de natuur zien we alles ontluiken en tot bloei komen. Er worden dieren geboren, er komen bladeren aan de bomen, bloemen komen tot bloei, de zon schijnt en de dagen worden steeds langer. Pasen houdt een verwachting in: het leven en de vrede zullen het winnen.

Jezus is opgewekt! We gaan nog wel door Goede Vrijdag heen, maar het wordt weer Pasen! Het feest van de Opstanding! Voor God, die in Jezus Christus, de macht van hel en dood, zonde en schuld heeft verslagen, is geen steen te zwaar of te groot. Zoek jouw hulp bij God. Zoek jouw kracht bij God! Laat het ook Pasen worden in jouw leven. Blijf niet in ongeloof en vertwijfeling hangen. We gedenken straks nog zijn dood, maar we roepen het op Paasmorgen uit: ‘De Heer is waarlijk opgestaan, Hij leeft, Halleluja. Amen’.

Gebed

God, wij danken U op deze Paasmorgen,
want U bent God van leven en van levenden.
U hebt immers de ban van de dood gebroken.
Gezegend zijt Gij om Hem
die ons nieuwe hoop op leven en toekomst geeft,
gezegend zijt Gij om deze dag
waarop uw schepping aarzelend gaat herademen
en mensen mogen weten dat uw liefde voor ons
sterker is dan alle dood
en duren zal tot in uw eeuwigheid. Amen.

ds. Theo A.R. de Zwart

Ziekenhuispredikant in Geldrop/Eindhoven

Woorden zoeken

Voor de meesten van ons is elke dag vol van woorden. Je praat met je collega's op het werk, je praat met je huisgenoten over hoe de dag wordt of was, iemand komt langs en vertelt je het laatste nieuws, je staat met de buurman te praten op straat. Ook al gaat het enkel over koetjes en kalfjes - de woorden die we zeggen en horen zijn belangrijk. Want we laten daarmee zien dat we elkaar nabij zijn en het goede met elkaar voorhebben. Dat hebben we nodig, geen mens kan zonder nabijheid van anderen. Met onze woorden zijn we elkaar nabij. Zelfs als we elkaar spreken via de telefoon creëren we met onze woorden nabijheid.

SORRY

In de maand december heeft premier Rutte excuses aangeboden voor het slavernij verleden. Daar was heel veel om te doen. Allerlei meningen werden over deze zaak gepubliceerd. Waarom moet dat voor iets dat al zo lang geleden gebeurd is. Ik heb daar persoonlijk toch niks mee te maken, ik heb zelf toch nooit een slaaf gehad. We vinden dat de koning die excuses moet aanbieden. We leven nu toch in heel andere tijden. Wat je er ook van vindt, het is goed, dat de discussie op gang is gekomen. Het is altijd goed om het gesprek te voeren. Wat is de waarde van excuses, wat heeft het voor zin excuses aan te bieden. Vindt u het moeilijk om “sorry” te zeggen? Excuses aanbieden, “sorry” zeggen heeft alles te maken met relaties tussen mensen. Er zijn dingen gebeurd, mensen zijn beledigd, hebben een ander pijn gedaan. Zaken zijn misgelopen. Excuses aanbieden betekent in de eerste plaats toegeven, dat er iets mis is gegaan. Toegeven dat er fouten zijn gemaakt. Toegeven dat je zelf fouten hebt gemaakt. Voor velen is dat een heel moeilijke stap. De tweede stap, is samen zoeken naar een nieuwe weg, een andere manier van omgaan met elkaar.

Wees niet bang

Een klein verhaaltje om te beginnen, het is een tikkeltje macaber.

Voor de stadsmuur zit de dood en wacht. Een geleerde komt langs, gaat naast hem zitten en vraagt: "Wat doe je hier?". De dood antwoordt: "Ik ga straks de stad in en dan ga ik honderd mensen halen". De geleerde rent de stad in en roept opgewonden: "Mensen, luister: de dood gaat komen en zal honderd mensen meenemen!". Het gevolg hiervan is dat alle mensen in paniek hun huizen opzoeken en zich opsluiten. Heel lang. Niemand komt meer de deur uit. 5000 mensen vinden de dood. De geleerde gaat de stad weer uit en ziet de dood nog steeds voor de stadsmuur zitten. In woede ontstoken roept hij: "Je zou toch honderd mensen halen, maar het waren er wel mooi vijfduizend!" Waarop de dood antwoordt: "Ik heb honderd mensen gehaald, zieken en ouden van dagen, zoals ik dat elke week doe. De rest heeft de angst gehaald, en daarvoor ben jij verantwoordelijk."