THOMAS

Eerst zien en dan geloven. Vaak wordt dat gezegd. Iemand doet je een belofte. Ik kom nog op bezoek, ik zal nog een keer boodschappen voor je doen. Of je bent bij de dokter. Die schrijft een medicijn voor met de belofte, als u dit gebruikt dan wordt u beter. Ook de politiek doet vaak een allerlei beloftes. Kunnen ze die waarmaken? Een belofte doen, dat gaat vaak vrij vlot, maar die belofte ook echt laten gebeuren? Heel vaak komt het voor, dat dat niet gebeurt. Vandaar dat er vaak gezegd wordt “eerst zien en dan geloven”.

In de bijbel (Johannes 20:24 ev) vinden we de figuur van Thomas. Na de opstanding was Jezus aan zijn leerlingen verschenen, maar Thomas was er niet bij. Toen ze het aan hem vertelden zei Thomas “eerst zien en dan geloven”. Thomas heeft een punt. Opstaan uit de doden? Dat kan toch helemaal niet. Dat is nog nooit vertoond. Bestaat dat werkelijk? Hoe kan je daar nu in geloven? Het is belangrijk dat deze stem óók klinkt. In de kerk vieren we vol overgave het feest van Pasen. Hooggestemd zingen we lofliederen. Maar in de tijd na Pasen, klinkt ook die andere stem. Hoe kan dat nou, opstaan uit de dood? Hoe kan je daar nu in geloven? In de bijbel gaat het niet alleen maar over mensen met een rotsvast geloof, maar ook over mensen die twijfelen en aarzelen, en die niet precies weten wat ze nu moeten geloven. Het is goed dat die verhalen er ook zijn, want het is voor ons allemaal heel herkenbaar. We hebben allemaal onze momenten van aarzeling en twijfeling. We weten nu eenmaal niet overal een antwoord op, en valt ook niet mee in iets te geloven, dat nog nooit eerder gebeurd is. Gezonde twijfel, vragen stellen die er toe doen, dat is belangrijk en zinvol, en vinden we terug in de bijbel. Maar het lijkt wel dat in de tijd waar in we leven, gezonde twijfel en vragen stellen, helemaal doorgeschoten zijn. In onze tijd is er veel wantrouwen. Mensen wantrouwen de medische stand. In de tijd van corona kwam dat heel duidelijk naar voren, met de vaccinaties. Mensen wantrouwen de politiek. Ze vinden het allemaal leugenaars en zakkenvullers. Mensen wantrouwen de media, daar kan toch niks van kloppen. Wantrouwen vinden we overal. Wat doet dat met een mens? Als je uitgangspunt bij alles wantrouwen is? Als je overal bij zegt, dat moet ik eerst nog zien, eerst zien en dan geloven? Dan krijg je bange en boze mensen, die overal verontwaardigd over zijn. Die alleen willen omgaan met mensen die hetzelfde denken als zij, en niets meer van een ander willen aannemen. Kunnen die mensen nog wel ergens dankbaar voor zijn? Kunnen die mensen nog wel zien, dat er in onze maatschappij heel veel goede en mooie dingen zijn?

Toen Jezus een andere keer verscheen, was Thomas er wel bij. Jezus zei tegen hem: “leg je vingers maar in mijn littekens”. Thomas deed het en hij geloofde. Maar Jezus zei “zalig zij die niet zien en toch geloven”. Want als je gelooft, als je vertrouwen hebt, dan wordt het leven zoveel aangenamer. Heb nou eens vertrouwen in die dokter, ga er van uit, dat die het beste met je voor heeft. Heb vertrouwen, in die leerkracht, die heeft er voor doorgeleerd, met jongeren om te gaan. Heb vertrouwen in die buurvrouw, die heeft beloofd boodschappen te doen. Of dat vertrouwen beschaamd wordt, of dat dat vertrouwen terecht is, dat moet inderdaad nog blijken. Maar als het je uitgangspunt is, dan wordt het leven zoveel aangenamer, en meer ontspannen. Als je bij alles wat er gebeurt, eerst zegt, nou dat moet ik nog zien, dan heb je een zwaar leven. Maar als je begint met vertrouwen, dan wordt het leven zoveel plezieriger. Dat is wat het verhaal van Thomas ons duidelijk maakt. Vragen stellen mag, maar vertrouwen, geeft een nieuwe toekomst.

Mirjam van Nie