Psalm 87

Het centrale thema van deze korte psalm is Jeruzalem - de stad Gods - boven de andere steden in Israël. De dichter is hierover lyrisch wanneer hij zegt dat glorierijk wordt gesproken over deze stad. En dan gaat hij verder door te vertellen dat Egypte en Babel God kennen en ook de Filistijn, de inwoners van Tyrus en Ethiopië. Ze zijn geboren in Sion; ja een ieder is daar geboren.

De relatie: ‘geboren in de stad Gods en een ieder’ komt drie maal achter elkaar voor; in de verzen 4,5 en 6. Alsof de dichter wil zeggen: de God van Israël is ook de HEER van alle andere volkeren. Een vergezicht? Of kijkt hij terug op het verbond dat God met Abraham sloot en zei dat in hem alle volken zouden worden gezegend. Dit komt ook tot uitdrukking in het berijmde vers 3 van deze psalm dat bij een dopeling werd gezongen:

        God zal hen zelf bevestigen en schragen en op zijn rol,
        waar Hij de volken schrijft, hen tellen als in Israël ingelijfd,
        en doen de naam van Sions kinderen dragen.

De psalm wordt afgesloten (7) met zij dansen en zingen met de woorden dat alle bronnen voor het leven alleen in Sion (de stad Gods) zijn te vinden. Hij sluit hierbij aan met de teksten Jeremia 2:13 ‘Mij (de Heer), de bron van stromend water’ en Jeremia 17:13 waar Jeremia schrijft ‘u, de bron van het leven.’ Waar in de Schrift nog sprake is van dat God de bron van het leven is, schrijft de evangelist Johannes dat Jezus de bron van leven is Johannes 4;14. Geen van de andere evangelisten heeft deze relatie gelegd.

Piet Beishuizen